De kracht van denken en spreken: wanneer je lichaam je stilzet, maar je ziel wil leven

Soms word je midden in het leven stilgezet. Niet vrijwillig, niet gepland, maar abrupt of langzaam glijdend. Een diagnose, een val, een plotselinge uitputting, een terugkerende klacht die niet meer weggaat. Wat eerst vanzelfsprekend was – opstaan, meedoen, lachen, plannen maken – voelt ineens als ver weg. Alsof je buiten jezelf komt te staan en moet toekijken hoe jouw eigen leven zich zonder jou lijkt voort te bewegen.

 

Ziekte en lichamelijke kwetsbaarheid raken ons in het diepst van wie we zijn. Ze raken aan onze onafhankelijkheid, aan ons tempo, aan ons zelfbeeld, aan ons geloof. En juist daar, in die verwarring of breuklijn, ontstaat ook ruimte. Niet voor simpele antwoorden, maar voor eerlijke vragen. Niet voor snelle oplossingen, maar voor werkelijke verandering.

Woorden bouwen werelden

Wat je over jezelf denkt, bepaalt hoe je jezelf ervaart. Wat je dagelijks over jezelf zegt, wordt een bril waardoor je naar de werkelijkheid kijkt – en dus ook naar je lichaam, je beperkingen, je toekomst. Dat is geen zweverige psychologie, maar een diep-menselijk gegeven. Taal vormt bewustzijn. Taal schept ruimte – of sluit je op.

 

De woorden die je kiest, bewust of onbewust, hebben kracht:

  • Ze kunnen bevestigen dat je leven nog steeds waarde heeft.

  • Of ze kunnen je steeds verder wegtrekken van jezelf.

 

“Ik ben een last.” “Ze zijn beter af zonder mij.” “Ik kan niets meer bijdragen.” “God zal me wel vergeten zijn.”

Als deze zinnen zich herhalen in je binnenwereld, gaan ze zich gedragen als waarheid. En dat is het gevaar van gedachten: ze voelen echt, zelfs als ze niet kloppen.

Tegelijk is daar ook de hoopvolle kant: je kunt deze taal gaan omkeren. Niet door je beter voor te doen dan je bent, maar door woorden van waarheid, liefde en waardigheid toe te laten. Ook als je ze nog niet volledig gelooft.

“Ik ben niet alleen mijn ziekte.” “Mijn waarde hangt niet af van wat ik kan.” “Ik mag kwetsbaar zijn en toch van betekenis blijven.” “God is niet weggegaan, Hij is hier – juist hier.”

Deze zinnen zijn misschien eerst fluisteringen. Maar herhaald, gedeeld, gebeden en geschreven worden ze krachtiger dan je denkt. Ze bouwen iets in je op, precies waar iets werd afgebroken.

 

Het lichaam als plaats van ontmoeting

In onze samenleving zijn we gewend om het lichaam te zien als instrument. Als het niet functioneert zoals het moet, dan ‘werkt’ het niet meer. Maar het bijbelse mensbeeld is anders: het lichaam is niet een middel, maar een heilige plek. Een tempel, zegt Paulus. Een plaats waar God zelf wil wonen. Zelfs een gebroken lichaam is een woning van heilige aanwezigheid.

Dat betekent dat jouw lichaam – met alle beperkingen, littekens, pijn of vermoeidheid – geen obstakel is voor God, maar juist een plaats van ontmoeting. Juist daar waar jij niets meer te geven hebt, kan Hij zichzelf geven. Niet altijd door genezing, maar wel door nabijheid, troost, vrede die dieper gaat dan pijn.

Durf jij daar woorden aan te geven?

Durf jij te zeggen: “Ik ben nog steeds een tempel, ook al ben ik moe en gebroken”?

Durf jij te geloven dat jouw leven spreekt, zelfs als je stem zwijgt?

 

Geestelijk spreken in een lichamelijk bestaan

We zijn lichamelijke wezens met een geestelijke roeping. En juist daarom is het belangrijk hoe we over ons lichaam denken en spreken. Niet alles is te verklaren of te genezen, maar we kunnen wél leren leven met een andere binnenkant. Jezus zelf sprak met kracht – niet alleen naar stormen en zieken, maar ook naar mensen die zichzelf klein dachten. Hij sprak waarheid in de plaats van schaamte. Hoop in de plaats van angst. Licht in de plaats van duisternis.

 

Wat spreek jij over jezelf uit?

Welke verhalen vertel jij over je lijf?

Welke namen geef jij aan je dagen?

 

Misschien kun je oefenen met:

  • Schrijven van woorden die je wél voeden.

  • Bidden met je lichaam: handen openen, ademen, strekken.

  • Een ander hardop uit laten spreken wat jij nauwelijks durft te geloven.

  • Jezelf zacht toespreken zoals je een kind zou bemoedigen.

 

Niet om jezelf te forceren, maar om ruimte te scheppen voor iets nieuws. Woorden zijn als sleutels. Ze kunnen deuren openen die lange tijd op slot zaten.

 

Wat als je geen woorden (meer) hebt?

Er zijn ook dagen dat je niet kúnt spreken. Dat zelfs denken te veel is. Je bent dan geen mindere versie van jezelf. Je bent dan gewoon mens, ademend, overlevend. En zelfs daar – in stilte, in leegte – woont God. Zijn Geest bidt met jou mee met zuchten die te diep zijn voor woorden. Dat is genade: dat er Iemand is die ook spreekt als jij zwijgt.

Soms zijn we niet krachtig in woorden, maar worden we gedragen door de woorden van anderen. Een psalm. Een lied. Een gebed. Een appje. Een kaart. Of het eenvoudige, helende “Ik ben er” van iemand die blijft.


Wil je psalmen ontdekken die zijn omgezet naar deze tijd – vol rauwe rouw, hoop en eerlijkheid?

Kijk dan eens op het YouTube-kanaal van Jaap. Daar klinken de woorden van de psalmisten opnieuw, in een taal die past bij vandaag. Over verlies, vertrouwen, vragen en blijven zingen – ook als het donker is.

 

Voor wie leeft met een lichaam dat niet altijd meewerkt

Deze woorden zijn voor jou:

  • Als je worstelt met een chronische aandoening.

  • Als je leeft met onzichtbare klachten die niet erkend worden.

  • Als je herstellende bent en je afvraagt wie je nu nog bent.

  • Als je dagen vult met pijn, vermoeidheid of medische zorgen.

  • Als je iemand begeleidt die hiermee leeft.

Je bent niet vergeten. Niet buitengesloten. Niet te kwetsbaar om waardevol te zijn.

 

Je lichaam mag moe zijn. Jouw stem mag stil vallen. Maar jouw leven blijft spreken.

En misschien ontdek je gaandeweg: ook je kwetsbaarheid is een kracht.

 

Wil je meer weten over geloof en hoe dat kan bijdragen – juist in moeilijke tijden?

Kijk dan eens onder het menu Leven & Leren voor artikelen over vertrouwen, hoop en geestelijke groei.