Over de druk om te genezen in een wereld vol oplossingen
We leven in een tijd waarin voor bijna elk probleem een plan bestaat. Er zijn methodes, therapieën, supplementen, programma’s, coaches en trajecten. Alles gericht op vooruitgang. Op herstel. Op beter worden.
En hoewel die mogelijkheden hoopvol kunnen zijn, kunnen ze ook benauwen. Want wat als beter worden niet lukt? Wat als de klachten blijven? Wat als je lijf niet meewerkt, je symptomen onverklaarbaar zijn, of de medische wereld geen sluitend antwoord heeft?
Dan kan genezing niet alleen een verlangen zijn, maar ook een druk. Een last. Een subtiele opdracht die boven je leven hangt: word beter. Word weer de oude. Word weer normaal.

Ziek zijn in een prestatiemaatschappij
Onze samenleving is gebouwd op controle, maakbaarheid en prestatie. Dat zie je overal: in onderwijs, werk, gezondheid, zelfs in persoonlijke groei.
Wie ziek is, valt daarbuiten – tijdelijk, als het goed is. Ziek zijn mag, zolang je werkt aan herstel. Zolang er zicht is op genezing. Maar als die uitblijft, ontstaat er frictie.
Dan voel je het in opmerkingen als:
-
“Heb je dit al geprobeerd?”
-
“Misschien moet je positiever denken.”
-
“Je moet het niet voeden, hoor.”
Goedbedoeld, meestal. Maar ze geven de boodschap: je bent pas weer ‘oké’ als je herstelt.
En dat is een pijnlijke boodschap voor iemand die zijn uiterste best doet om overeind te blijven.
De onzichtbare laag: schuld en zelftwijfel
Als de buitenwereld steeds suggereert dat beter worden mogelijk is, ga je onbewust denken dat het je eigen schuld is als dat niet lukt.
Je denkt:
-
Misschien doe ik iets verkeerd.
-
Misschien wil ik onbewust ziek zijn.
-
Misschien ben ik niet gemotiveerd genoeg.
En zo nestelt ziekte zich niet alleen in je lichaam, maar ook in je zelfbeeld. Je voelt je niet alleen beperkt, maar ook tekortschietend. Terwijl je misschien elke dag een heldendaad verricht door simpelweg door te gaan.
De keerzijde van het ‘alles is mogelijk’-denken
Persoonlijke groei is mooi. En er zijn wonderlijke verhalen van herstel. Maar niet ieder lichaam luistert naar schema’s, mindset of wilskracht.
Soms is genezing niet mogelijk. Soms is het onzeker. Soms is het een weg van leven met wat is, in plaats van alles weg willen krijgen.
Daar is niets “minder” aan. Het vraagt kracht, moed, aanpassing, veerkracht.
Het vraagt dagelijks leven met pijn, grenzen, vermoeidheid, beperkingen – én het tegelijk volhouden van hoop, menselijkheid, betekenis.
Dat is géén falen. Dat is vormgeven aan leven binnen andere voorwaarden. En daar is vaak veel te weinig eer voor.
Wat kan helpen – voor wie leeft met aanhoudende klachten
β Laat hoop bestaan, maar zonder dwingende uitkomst
Hoop hoeft niet altijd gericht te zijn op “alles verdwijnt”. Het mag ook: “Vandaag lukt het me om even te wandelen.” Of: “Ik voel me even gedragen.”
β Erken dat acceptatie iets anders is dan opgeven
Acceptatie betekent: stoppen met vechten tegen wat er ís, zodat je ruimte kunt maken voor wat wél kan. Het is een actieve keuze, geen berusting.
β Rouw om wat niet terugkomt
Je mag verdriet voelen over wie je ooit was, wat je kon, hoe het leven had kunnen lopen. Dat rouwen mag – naast alles wat je wel waardeert.
β Blijf mens, niet alleen patiënt
Ziekte hoeft je niet te reduceren tot je diagnose. Zoek wat je voedt: kunst, natuur, muziek, vriendschap, geloof, zachtheid. Ook als het klein is.
Wat dit artikel ook wil zeggen tegen de ‘gezonde’ lezer
Misschien leef jij met een lichaam dat meewerkt. En misschien ken je iemand die dat niet kan zeggen.
Wees je bewust van het onzichtbare gevecht dat veel mensen dagelijks voeren.
Van de energie die het kost om grenzen aan te geven.
Van de spanning tussen willen en kunnen.
Van het ongemakkelijke gevoel altijd een uitleg te moeten geven.
Wat je kunt doen?
-
Luister zonder te fixen.
-
Vraag hoe iemand zich écht voelt – niet alleen of het al beter gaat.
-
Geloof iemand op zijn woord, ook als je het niet begrijpt.
-
Wees nabij, zonder verwachtingen.
Wanneer genezing niet komt, ontstaat een ander soort herstel
Soms geneest het lichaam niet, maar verzacht het hart.
Soms blijft de pijn, maar komt er vrede met het tempo.
Soms kun je niet meer worden wie je was, maar wel wie je werkelijk bent.
Er is een vorm van herstel die niet gaat over symptoomvrij zijn, maar over thuiskomen.
In je lichaam. In je verhaal. In de ruimte om mens te zijn – ook met wat pijn doet.
Soms is het niet de ziekte zelf die het zwaarst weegt,
maar de verwachting dat je er weer uit moet komen.
Dat je moet vechten, verbeteren, herstellen – alsof er pas ruimte is voor rust, acceptatie en betekenis als je weer beter bent. Maar wat als genezing uitblijft? Wat als je lichaam niet luistert naar schema’s of adviezen?
Dit lied (hier onder) schreef ik voor iedereen die leeft met een lijf dat niet geneest.
Voor wie moe is van proberen, en verlangt naar mildheid.
Voor wie wil stoppen met vechten – en wil leren bestaan in wat ís.
Misschien herkende je jezelf.
Misschien voelde je iets wat je allang wist, maar nog geen woorden voor had.
Je hoeft niet eerst beter te worden om van waarde te zijn.
Je mag bestaan in dit moment – precies zoals je bent.
Met je grenzen. Met je hoop. Met je vragen. Met je kracht die niet altijd luid is, maar wel echt.
π΅ Wil je meer liedjes zoals deze luisteren? Ga dan naar mijn YouTube-kanaal: